Karen Kingston benoemt verschillende zones van warboel:
- Kelder, zolder en rommelkamers:
Een rommelige kelder zou staan voor een kwesties uit het verleden die nog niet afgehandeld zijn. Hoe langer spullen daar blijven staan, hoe groter de kans bestaat dat er muizen, schimmels, … aan zouden komen. Het is belangrijk dat je regelmatig gaat kijken wat er in de kelder staat en alleen dingen bewaard die je ook effectief nodig hebt.
Een zolder vol warboel zorgt ervoor dat je zelf je hogere ambities en mogelijkheden beperkt. De toekomst baart je zorgen.
Een rommelkamer straalt negatieve energie uit en je leven wordt zo in de war gestuurd.
Kingston zegt wel dat het belangrijk is om een rommellade te hebben. Je moet wel rekening houden met 3 dingen: Het moet een kleine lade zijn, je moet hem spaarzaam gebruiken en je moet hem regelmatig opruimen.
- Entree, ingang en gangen
De hoofdingang weerspiegelt hoe je naar buiten kijkt en ook je kijk op je eigen leven als je naar binnen kijkt. Mensen komen langs hier naar binnen en buiten, maar bij energie is dit ook. Als het hier een warboel is, zorg je voor een strijd in je leven.
De achterdeur wordt in het boek vergeleken met alles dat uit je komt na een darmreiniging. Over dit thema wordt er later meer verteld.
Achter de deuren is ook een verzameling ‘troep’ te vinden. Bvb voorwerpen aan een haak (badjassen, tassen , … ) en of spullen die het openen van de deur belemmeren. Deze warboel zorgt dat je leven moeilijker loopt. Eens dit opgeruimd is, zou het allemaal makkelijker gaan. Bij belemmering kan de energie niet vrij rond gaan.
Gangen die vol rommel staan, zorgen ervoor dat je energiestroom er niet rondom kan.
- Woonruimten
De woonkamer verschilt van huis tot huis. Deze plaatsen worden bij de ene persoon netjes gehouden (toonbaar voor bezoek) (Heel herkenbaar bij mij ;-)) en bij de anderen is het precies een tornado dat is langs geweest. Woonruimten zijn het hart van een huis en iedereen heeft zo een plek nodig. De woonruimte is het startpunt van waaruit de energie vertrekt. Het moet dus een aangename ruimte zijn. Een symbool plaatsen in de ruimte is hiervan een goed voorbeeld.
De volgende ruimte zal bij velen wel een verzamelplaats zijn van potjes, scheeltjes, … Inderdaad Karen bedoelt hierbij de keuken. Het gaat natuurlijk niet enkel over potjes, maar ook over etenswaren. Belangrijk is om regelmatig te kijken wat er in de keukenkasten staat en niet alleen dat, maar ook in de koelkast en diepvries.
- Slaapkamer
Warboel op een slaapkamer moet echt vermeden worden. Geen computers, kapotte apparaten, … Regelmatig vuil wasgoed in de was doen en regelmatig verse lakens leggen. Het verbetert je slaapritme en je liefdesleven.
Troep onder het bed zorgt voor verstoring van je slaap. Onder het bed is geen plaats om rommel te verzamelen. Boven op de kast is ook geen plaats om warboel op te stapelen. Als dat het eerste is wat je ’s morgens ziet wordt je al futloos wakker.
De kledingkast is bij vele een heikel punt. (Bij mij wel heel erg :-)) We hebben volgens Kingston allemaal 20% kleren die we 80% van de tijd dragen. Een test kan dit aantonen. (Ik hoef dit niet te testen om dat te weten. Het is gewoon een feit. Een goede manier om kleren weg te doen is om ze te verdelen in stapeltjes. 20% is datgene dat je graag draagt en 80% is de rest. Van de 80% maak je een nieuwe verdeling. Met duidelijke criteria: De kleuren (wat past je goed?) dan kijk je naar de kledingstukken die je wil houden (wat vind je van de stof, de vorm, …
Belangrijk is ook om vanaf nu kleding te kopen die je echt wilt. Je moet 100% zeker zijn van je stuk.
Karen Kingston beschrijft ook de mensen die denken ‘wie weet heb ik het nog is nodig’ (zoals ik) Ze zegt om afscheid te nemen van de kleren die je meer dan een jaar niet meer hebt gedragen. (Een criteria die ik misschien wel ter harte ga nemen.)
- De badkamer is vaak een paradijs van apparaten, produktjes, … Best opbergen in kastjes. (Bij mij zorgt dit er wel voor dat ik de verzorgingsproducten ‘vergeet’ te gebruiken :-))
- Garage en carports zijn voor vele mensen een opslagruimte voor niet alleen de auto, maar ook voor oude meubels, dozen, … Het overzicht behouden en weten wat er in staat is toch wel een belangrijk gegeven.
De auto is voor vele een rijdend stort. (Ook bij ons) Je auto is een kleine wereld op zichzelf. Je wilt hem wel opruimen en telkens als je er aan denkt, krijgt je energie een dip.
- En de laatste ruimten die Kingston beschrijft is ‘Draagbare warboel’. Onder de dames bij ons dus o.a. handtassen 🙂 Ook hier moet je af en toe grote schoonmaak in houden 🙂
Dit hoofdstuk was toch zeer interessant en herkenbaar 🙂
Astaria - Carmen 